Een sprookje

27 november 2017

Toen ik mijn eerste vriendje leerde kennen,  dacht ik dat wij voor de rest van mijn leven ‘nog lang en gelukkig’ bij elkaar zouden blijven. Blijkbaar geloofde ik nog in sprookjes.

Ik hoopte dat hij mijn gedachten kon lezen, dat hij degene was die al mijn problemen en nare gevoelens op kon lossen en voor me zou zorgen als een liefdevolle vader en moeder tegelijk. Wist ik veel dat een relatie op deze manier gedoemd is te mislukken. Nadat hij me op een zeer eigenaardige manier was komen vertellen dat hij mij ‘alle vrijheid’ wilde geven, kwam ik er dus achter dat hij die vrijheid nodig had om een relatie met mijn pleegzusje te beginnen.

En ze leefden nog lang en gelukkig…

Ik vond echter al snel mijn volgende prins. Zonder wit paard. Wel met een super stoere motor. We kregen ons eigen kasteeltje. Iets minder ruimte dan een echt kasteel waardoor de muren op mij af kwamen of ik werd hardhandig tegen de muren gekwakt. Dit had ik in de sprookjes nooit gelezen. Wel dat Doornroosje lange tijd opgesloten zat en zo voelde het voor mij ook. Ik beraamde een plan om te vluchten en vroeg wat kabouters om me te helpen naar een kleine zolderkamer.

Mijn sprookje gaat verder…

Mijn volgende prins vond ik in iets dat op een kasteel leek in een land hier ver vandaan. Grenzeloos verliefd was ik. Mijn prins verruilde  het klooster voor mijn zolderkamer en ons geluk leek niet op te kunnen. We kregen samen een prinsje en ik voelde me de koningin te rijk.
Helemaal opgaand in onze kleine prins, vergaten we elkaar. We zaten beiden met ons verdriet en de pijn en ellende van alles dat we zelf meegemaakt hadden. We begrepen elkaar niet en ik begreep mezelf niet. We knokten ons er, helaas soms iets te letterlijk, doorheen. Dit paste ook niet in mijn sprookje.

De volgende prins die zich aandiende,

kende ik al jaren, maar had hem nooit gezien als optie prins. We kregen samen een prinsesje. Er bestond niets anders meer op de wereld dan mijn prinsje en prinsesje. Maar wist ik veel hoe je precies moest ‘opvoeden’. Waren daar boekjes voor? Kon ik dat leren? Ik knuffelde erop los en genoot van mijn prachtige kinderen. Toch voelde het niet als mijn sprookje. Op mijn werk kreeg ik conflicten, ruzies met ‘mijn prins’ en ik werd heel ontevreden met en over mezelf. Op een gegeven moment wilde ik niets liever meer dan  stikken in een stukje appel, in een glazen kistje liggen en nooit meer wakker worden. Ik werd opgenomen; een gebouw met heel veel kamers. Ik kwam er al snel achter dat dit niet het grote kasteel was waar ik van droomde. Geen kasteel. Geen prinsje en prinsesje om me heen maar hard werken… aan mezelf.

In de jaren die volgden, leerde ik hoe het komt dat mijn sprookje telkens weer eindigde in een drama…

Ik heb rondgesnuffeld in mijn oude koninkrijk en ben de confrontatie met de boze stiefmoeder en andere heksen aangegaan.
Ik werkte hard om een liefdevol koninkrijk te creëren waarin we oog en oor hebben voor elkaar. Een koninkrijk waarbij we uitgaan van vertrouwen en gelijkwaardigheid.
Een aantal jaar geleden leerde ik mijn huidige prins kennen. Hij heeft geen wit paard, maar wel drie beeldschone prinsesjes. Samen met mijn prachtige prinsje en prinsesje vormen we zo’n koninkrijkje.

Zouden sprookjes toch echt bestaan?

Neshipae